Professor Bina Agarwal ziet coöperatieve modellen als oplossing voor de landbouwsector in het Zuiden

Bina Agarwal

‘Samen hebben ze meer land, kunnen ze meer investeren en hun vaardigheden en kennis delen. Zo drijven ze hun productiviteit en winst op.’

Professor Bina Agarwal heeft een indrukwekkend CV vol posities, prijzen, eredoctoraten en baanbrekende publicaties. Agarwal, hoogleraar Economische Ontwikkeling en Milieu aan de universiteit van Manchester, heeft heel wat kennis over de problemen van kleine landbouwers. Op basis van haar onderzoekswerk schuift ze coöperatieve modellen van landbouw naar voren als mogelijke oplossing. 

 

Kleine boeren, grote zorgen

‘Kleine boeren botsen op een heleboel beperkingen. Ze bewerken maar een of twee hectare grond en hebben weinig toegang tot meststoffen, irrigatie, afzetmarkten en nieuwe technologieën. En omdat ze niets hebben om in onderpand te geven – land of andere bezittingen – leent de bank hen geen geld. Vrouwelijke landbouwers hebben nog minder toegang tot leningen. En omdat de wetgeving hen discrimineert op vlak van erfrecht en landverdeling bezitten vrouwen vaak helemaal geen land.’  

Coöperatieve landbouw als oplossing

‘Voor kleine boeren schuilt er heel veel potentieel in het samenbrengen van hun beperkte middelen. Samen hebben ze meer land, kunnen ze meer investeren en hun vaardigheden en kennis delen. Zo drijven ze hun productiviteit en winst op. In voormalige socialistische landen, waar staatsgronden na de politieke omwentelingen verdeeld werden, brachten sommige boeren hun land en productiemiddelen opnieuw samen. Onderzoek toont aan dat deze coöperatieve boerderijen meer produceren dan individuele familiebedrijven.’  

De ene coöperatie is de andere niet

‘Nu kent coöperatief samenwerken vele gradaties. De boerengroepen die ik onderzoek, engageren zich in wat ik ‘geïntegreerde coöperaties’ noem. Ze brengen land, geld, arbeid en andere middelen samen en beheren ook het hele productieproces gezamenlijk. Ze dragen allemaal in gelijke mate bij en ieder doet zijn deel van het werk. Dit doorgedreven coöperatief samenwerken, ook in het dagelijkse werk, vraagt veel onderling vertrouwen en betrokkenheid. Precies deze vorm van verregaande coöperatieve landbouw biedt kleine boeren uitzicht op een beter leven.’ 

En microfinanciering dan?

‘Microfinanciering maakt deel uit van deze oplossing. De institutionele structuur die de microfinancieringsbeweging aanreikt, vormt een goede basis voor de ontwikkeling van coöperatieve landbouw. De groepsstructuur vormt de kern van de vernieuwing. Zo steunt het succes van Muhammad Yunus’ Grameen Bank op het uitgangspunt dat, als je krediet geeft aan kleine groepen, de groepsleden onderling garant staan voor elkaar. Deze institutionele vernieuwing is belangrijk. Het zorgt ervoor dat alle leden uiteindelijk een hogere lening ontvangen dan bij een individuele aanvraag.’ 

Mijn bijdrage als onderzoeker

‘Armoede, ongelijkheid en onrechtvaardigheid hebben me altijd beziggehouden. Je kan op veel manieren proberen daar iets aan te doen. Ik koos ervoor om onderzoeker te worden, om de processen die leiden tot armoede en sociale en economische ongelijkheid te begrijpen. En in de hoop potentiële oplossingen te vinden. 

Mijn onderzoekswerk leidde tot het inzicht dat nieuwe technologieën op zich niet voldoende zijn om ons agrarisch systeem te hervormen. We moeten er ook voor zorgen dat die tot bij de landbouwers geraken en dat zij ze effectief gebruiken. Een groepsbenadering dringt zich hierbij op. 

Ik hoop dat mijn werk het leven van kleine boeren, waaronder meer en meer vrouwen, op termijn kan verbeteren.’